Ik wou het zo graag maar nee, het ging me niet lukken. Pas vakantie gehad, veel werk te verzetten. Tot ik op vrijdagnamiddag een afspraak vastlegde in Genk en nadien bedacht dat ik dat perfect kon combineren met een Oeverloos Gesprek met Charlotte Peys. Ik was dan toch al in de buurt.
En zo kwam het dat ik Charlotte opnieuw ontmoette op 25 september, voor het eerst in negen maanden. En dat ik opnieuw mocht ‘beekspreken’.
Logboek van de Stiemerbeek
Charlotte Peys is illustrator en daarnaast nog zoveel meer. Zoals je verderop in dit stukje ontdekt.
Stad Genk heeft grootse plannen met de Stiemervallei en vroeg Charlotte om een artistiek onderzoek van de Stiemerbeek in Genk (als zijluik van hun masterplan). Zo ontstond Charlottes Logboek van een beek.
In oktober 2019 bezocht ik het Emile Van Dorenmuseum (waar Charlotte regelmatig resideerde het voorbije jaar) en het was daar, in de inkomhal, dat mijn blik viel op dit kaartje.
Ik las de vraag en wist onmiddellijk: Ik!
Op dat moment wist ik nog niet of ik mijn hoge laarzen uit de kast moest halen of dat mijn wandelschoenen zouden volstaan. Maar dat zou ik vlug genoeg ontdekken.
De eerste ontmoeting
Charlotte en ik spraken af op 19 december. Het was een mooie dag. Helder weer, een beetje fris wel.
We gingen op pad. Op het droge.
Al wandelend dompelden we ons figuurlijk onder in de Stiemerbeek. In het leven in en rond de rivier. En in ons beider levens.
We startten onderaan in de Vennestraat, waar poelen met groenig water omringd door bomen de beekoever iets mystieks gaven.
Als kind nam mijn vader mij wel eens hier naartoe. Van hem leerde ik dat de poelen eigenlijk kraters waren, achtergelaten door ingeslagen bommen. Ooit poelen van verderf, nu gevuld met water dat leven brengt.
Langs de Stiemerbeek ging het verder, waar dat kon.
Aan de Oude Hostartstraat, vlakbij waar ik als kind enkele jaren woonde, stonden Charlotte en ik een tijdje te staren naar water waarin een oude boerderij diep verzonken lag. Zo werd toch verteld.
In het bosje achter de Hoefstadstraat ontdekten we op de oever een omgevallen boom met duidelijke knaagsporen van bevers. Bevers in het centrum van de stad! Hoe wonderbaarlijk. 😊
Een lang plankenpad leidde ons door een prachtig stukje natuur. Ik was verrast. Vertraagde en verstilde. En verwonderde mij over zoveel schoonheid waaraan ik zo vaak voorbij was gereden. Me onbewust van wat hier leefde. En wat dit met mij zou doen.
Oeverloos Gesprek in de beekvallei
Het was aan het begin van dit plankenpad dat ik Charlotte opnieuw zou ontmoeten op 25 september. Maar felle regen deed haar uitwijken naar de ingang van dit kleine bos aan de Hoefstadstraat.
Daar, onder een tent, had ze haar tafel en spullen geëtaleerd voor de Oeverloze Gesprekken van die dag. Dag drie van de vijf waarin ze mensen uitnodigde om ‘in naam van de beek te spreken en hun blik ten opzichte van de beekvallei en hun binnenwereld te verschuiven’. Tijdens ‘gesprekken die kant noch wal raken.’
Ik wist niet wat ik kon verwachten, dus verwachtte ik maar niets.
Vóór ons gesprek moest er eerst een (waterveilige) ‘Wateroplosbare o(e)vereenkomst’ ondertekend worden. Die zou ik nadien overleveren aan de Stiemerbeek, waar hij zou wegdrijven of wegzinken. Waar de inkt zou vervagen en het blad zou oplossen, één met het water.
De Herbronner
Charlotte en ik gingen mentaal op pad in de Stiemervallei. De voorstelling van de loop van de beek gegrift in de tafel tussen ons. En het gesprek kwam al vlug op de loop die ik tekende (een stukje van mijn eigen levensloop).
Dertig kaarten met fictieve personages had Charlotte getekend. Allemaal hadden ze iets met water en een directe link met de Stiemerbeek. Uit de vijf die ik trok, koos ik die van de Herbronner. Het was het tafereel dat mij het meest aansprak. Een mooi beeld van een klein ventje staand aan een waterkant met de vorm van een gezicht. Ik hou ook van het idee van herbronnen. Het is een woord met een positieve lading. Teruggaan naar de bron, het heeft iets rustgevends.
Charlotte haalde aan dat herbronnen ook kan zijn: naar de plek gaan waar je thuis bent, waar je helemaal jezelf kunt zijn. Zo had ik het nog niet bekeken omdat herbronnen voor mij altijd gelinkt is aan een andere plek, in de natuur. En terwijl ik dit schrijf ontdek ik dat waterkanten voor mij perfecte herbronplekken zijn. Vandaar de keuze voor dat ene beeld!
Dit vind ik een prachtig stukje uit de tekst die Charlotte schreef rond de Herbronner.
‘De Herbronner draagt zijn binnenkant aan de buitenkant om zo alle sensaties te verwelkomen. Hij wandelt rond, voelt de wind waaien, vangt van alles op. Zo puzzelt de Herbronner zijn uit elkaar gevallen zelf weer in elkaar.’
Na dit ‘beekspreken’ nodigde Charlotte me uit om op pad te gaan, om ‘op zoek te gaan naar een plek waar ik nooit eerder was en die toch familiair aanvoelt’. Met iets om me met beide voeten op de grond te houden: ‘een objectje dat voor altijd niet op zijn plaats is’ en dat ik blindelings mocht uitkiezen.
Een week eerder ontdekte ik zo’n plek. Daarover schrijf ik ooit weer een ander stukje.
Die vrijdag ging ik opnieuw op pad over het lange plankenpad. Om te ontdekken wat er veranderd was, en wat net niet. Om te genieten van een streepje zon op het wateroppervlak en iets later van de regen die van de bladeren van de hoge bomen sijpelde.
Wil je meer weten?
Charlotte is illustrator maar ze is ook creatief op andere vlakken.
Zo ook met taal. Ze jongleert met woorden, rekt ze uit, kneedt ze samen. Ze kan een sfeer creëren waarin ik mij graag onderdompel. Zoals in haar nieuwsbrieven, waarin ze me als lezer meeneemt naar haar ‘tussenruimte’ met kleurrijke beelden en woorden die me niet onberoerd laten.
Meer over Charlotte en haar werk ontdek je in dit artikel op Iedereen Leest.
En op de website van Cargo Collective.
Als je even tijd hebt, kan je in gedachten de enquête invullen die Charlotte opstelde in het kader van het project Stiemerbeek. ‘Een waterpeiling in wa(te)rtaal’ noemt ze het.
Je kan er niets mee winnen. Alhoewel, misschien ontdek je wel nieuwe dingen over jezelf in je zoektocht naar een antwoord op Charlottes niet-alledaagse vragen.